Skip to main content

We schrijven 1963 als de laatste ontwikkeling van de 356 in de vorm van het C- en SC-model verschijnt. Het motorengamma bleef beperkt tot twee stoterstangenmotoren van respectievelijk 75 en 95 pk, zij het dat de krachtige (en dure) 2 liter 130 pk nog wel leverbaar was. De belangrijkste wijziging zat echter onderhuids verborgen: na de eerste tweehonderd auto werden rondom de trommelremmen vervangen door schijfremmen, welke door ATE volgens een gebruikelijk concept geproduceerd werden. Wat verder volgde waren aanpassingen aan naven, velgen en wieldeksels, de stabilisatorstang voor (zwaarder), de verbinding tussen het stuurhuis en de stuurkolom en de synchronisatie van de versnellingsbak. Veren, stoelen, dashboard, ontwaseming en andere details werden weer verbeterd. Natuurlijk was de 356 C de beste en meest doorontwikkelde versie van de gehele 356-reeks, maar het einde van het succesverhaal was toch in zicht. Sterker nog: in 1963 werd de 911 gepresenteerd, die als modernere en krachtigere auto geleidelijk de plaats van de gedateerde 356 in zowel de verkoopcijfers als de harten van de Porsche-fans overnam. Niettemin bleef de C in produktie tot april 1965, toen het laatste exemplaar, een witte cabriolet, feestelijk van de band rolde in Zuffenhausen.

Het totale produktie-aantal bedraagt 79.164 exemplaren: 10.466 auto’s van het type 356, 8.465 maal de 356 A T1, 12.161 stuks van de serie 356 A T2, 15.354 maal werd een 356 B T5 afgeleverd, 16.038 een 356 B T6 en niet minder dan 16.684 356 C’s werden verkocht.

Saillant detail is, dat in 1966 nog een kleine serie van tien 356’s gebouwd is, voor… de Nederlandse Rijkspolitie. Zij waren zeer enthousiast over de rij-eigenschappen en kozen daarom (en misschien ook wel een beetje vanuit de Hollandse zuinigheid) nog voor het oude model en niet voor de 911. En geef ze eens ongelijk.