Peter Groenenboom
Ter introductie: mijn naam is Peter Groenenboom en ik ben sinds 2002 bezig met het restaureren van een 356 B T5 cabriolet van '59. Eveneens ben ik sindsdien lid van onze club en heb al enkele meetings, waaronder een bijzonder geslaagde rondrit, mogen meemaken. Hieronder een relaas van mijn bevindingen met de restauratie tot nu toe, en een vraag.
Het restauratieproject is in 1960 uitgeleverd in Neurenberg en meegenomen naar de Verenigde Staten door een militair. In 2002 is de 356 via een internetaanbieding aangeschaft en geimporteerd naar Nederland met als doel een restauratieproject. Dit na eerder een viertal andere 356's bekeken te hebben. De auto verkeerde bij aankomst in gedeeltelijk ge(de)monteerde staat na een Amerikaanse restauratie van circa twaalf jaar geleden en was incompleet. Hiertoe ben ik nog steeds in onderhandeling met de verkoper en is de eerste zending ontbrekende onderdelen onderweg. De motor is gereviseerd, volgens zeggen, hetgeen nog gecontroleerd moet worden. De remmen en wielophanging blijken na demontage wel gerestaureerd te zijn. Echter, doordat de auto al die jaren buiten heeft gestaan, waren de nieuwe ingelaste bodemplaten weer doorgerot en ook aan de onderzijde van de kokers, de randen van de bodemplaat, de accubak en de noodzitjes achterin. Hetgeen dus niet overeenkomt met de roestvrije conditie zoals aangeboden.
Het plaatwerk van de auto vertoont na het strippen van de verflagen nagenoeg geen corrosieschade en is ook zo goed als schadevrij, met uitzondering van de portieren. Al met al ben ik niet ontevreden met veel -niet al te moeilijk- laswerk aan de onderzijde.
Ondertussen zijn een aantal roestschades succesvol met slijp- en lasapparaat behandeld en is één kokerbalk alweer dicht. Omdat de auto op een paar steunen met de onderzijde verticaal is geplaatst, is deze zeer toegankelijk en viel het mij op, dat de verwerkingskwaliteit van Reutter, in vergelijking met ander auto's die ik heb gerestaureerd, niet geweldig is. Hierbij doel ik op scheef ingelaste delen en slecht afgewerkte (puntlas)naden etc. Kan iemand deze ervaring bevestigen of is dit misschien exemplarisch?
Daarnaast viel het mij op dat de auto dusdanig is geconstrueerd dat deze wel moet roesten: overal stukken dubbele plaat; zelfs drie lagen over elkaar komt voor. Zo wordt het opgeworpen vuil van de wielen keurig opgeslagen in de daarvoor bestemde gleufjes, zodat het rottingsproces goed gevoed blijft. Met name het laatste is mijns inziens niet afdoende te bestrijden met conserveringsmiddelen en behoeft een andere aanpak. Zo heb ik eens een advertentie gelezen van aluminium binnenschermen met rubberafdichting, profielen langs de randen, die beschikbaar zijn voor elke auto. Deze schermen zijn van het Finse merk Lokari en hebben een luchtgeul die tijdens het rijden de ruimte tussen binnen- en buitenschermen droogt (nee, ik verkoop die dingen niet zelf).
Wie heeft praktische ervaring met deze schermen bij een 356? Reduceren ze de veerweg van de achterwielen of moet er veel aan de auto gemodificeerd worden voor de montage?
Hopelijk kan iemand zijn wijsheid met ons delen in het clubblad, zodat onze autootjes mogelijk wat langer behouden blijven.
Wordt vervolgd.