Skip to main content

Henne Lembeck

Voor onze 'Technische dag' op 19 oktober jl. werd ik gevraagd iets over het 'algemeen onderhoud' van onze geliefde 356 te vertellen. Waarom ze dat aan zo'n amateur als ik vragen weet ik niet, maar ik wilde het ook niet weigeren, dus daar stond ik dan.
Niet omdat ik vind dat ik het er zo geweldig vanaf gebracht heb, maar meer omdat de meeste leden mijn voordracht gemist hebben, de tijd om volledig te zijn te krap was en onze leden misschien enig voordeel ervan kunnen hebben, probeer ik hier het verhaal compleet op papier te zetten.

Winterslaap

Nu het einde van het seizoen in aantocht is, lijkt het verstandig het een en ander voor de winterslaap te regelen.
Om te beginnen:
1. Zet de wagen niet ongewassen weg, verzorg de lak en vooral ook het chroom. Heb je leren bekleding, zet het in het vet en laat lekker intrekken.
2. Haal de accu uit de wagen, controleer het peil van het accuzuur en zet hem aan de druppellader.
3. Voor je dat doet, rijd je de motor eerst warm en tap je de olie af. Neem een nieuw oliefilter als dat nodig is, maar maakt eerst het oliefilterhuis leeg en schoon. Vergeet ook de oliezeef en de magneet onder het carter niet. De verse olie zonder allerlei oude troep erin doet je motor goed.
4. Gooi je tank vol benzine. De huidige loodvrije benzine verliest aan verbrandingswaarde als hij veroudert, maar zo lang blijft de 356 hopelijk niet in de garage. Zonder benzine is de kans op roestvorming in de tank groter.
5. Breng de bandenspanning op 3 atmosfeer, zodat je geen platte vlakken op de banden krijgt. De wagen regelmatig iets voor- of achteruit schuiven is in dit verband ook niet verkeerd.
6. Laat één van de ramen open en gebruik als het kan een stofhoes. Dit laatste zeker bij een cabrio. Sommige mensen zijn voorstander van het spanningvrij houden van de kap. Anderen laten hem gewoon vast.

Begin van het nieuwe seizoen

1. Denk aan de hoge bandenspanning en vergeet het reservewiel niet.
2. Doorsmeren van alle nippels, dus 12 aan de vooras, 4 deurscharnieren en 2 handremkabels. Verwijder het overtollige vet zo goed mogelijk, want er blijft alleen maar troep in hangen.
3. Als je voor de winter geen olie ververst hebt, doe het dan nu. Doe alles hetzelfde zoals hiervoor beschreven bij de winterbeurt.
4. Controleer de toestand en de spanning van de V-snaar. Vervang hem als hij er niet 100% uitziet. Zorg voor voldoende spanning.
5. Kijk even hoe de koolborstels van de dynamo er uitzien. Bij veel slijtage vervangen. (Vervelende klus!)
6. Contactpuntjes nakijken of vernieuwen, afstand puntjes 0,4 mm. Asje smeren met speciaal vet en een paar druppels olie op het viltje onder de rotor.
7. Ontsteking afstellen. De poelie moet met het O.T.-streepje boven staan, de rotor op het streepje op de rand van de ontsteking. Je eerste cilinder staat dan in de bovenste stand voor ontsteking. Met een proeflampje kun je de ontsteking controleren en eventueel afstellen. Het lampje moet gaan branden, 5 graden = 6.3 mm, voordat de poeliestreep met die van het huis gelijk komt.
8. Kleppen stellen (bij koude motor vanzelfsprekend).
Poelie moet weer met het streepje boven staan en de rotor moet naar het streepje op de rand van de ontsteking wijzen. Ligging van de cilinders:


Twijfel je nog of hij wel op de eerste cilinder staat, kijk dan bij de tegenoverliggende derde cilinder of daar de kleppen alterneren. Bijna alle motortypen van Porsche hebben de inlaatkleppen op 0.10 en de uitlaatkleppen op 0.15. De binnenste kleppen zijn de inlaat-, de buitenste dus de uitlaatkleppen. Als je na het stellen van de kleppen van de eerste cilinder de poelie tegen de klok indraait, kom je automatisch bij de tweede cilinder, daarna bij de derde en vervolgens de vierde.
10. Bougies controleren of vervangen. Doe het voorzichtig, want de schroefdraad is beschadigd voor je het weet.
11. Controleer even de bougiestekkers en de verdelerkap op scheurtjes. Het koolborsteltje boven in de verdeler moet in orde zijn. Kijk ook even of de klemveertjes in de bougiestekkers er nog inzitten en goed op de bougies klemmen.
12. Benzinepomp controleren en schoonmaken.
13. Benzinefilter onder het dashboard (bij A en T5) of onder de wagen (bij T6) schoon maken.
14. Carburateurs afstellen en synchroniseren.
15. Gasmechanisme van voor tot achter spelingvrij maken. Kogelkopjes smeren. Iemand het gas laten intrappen om te zien of de smoorkleppen helemaal opengaan. Te ver is schadelijk, niet ver genoeg is jammer, want hij kan harder! De gasstangetjes aan de carburateurs mogen niet onder spanning staan.
16. Kijk of alle elektrische verbindingen goed klem zitten, speciaal bij de bobine, oliedruk- en temperatuurzender.
17. Koppeling afstellen. Pedaal moet 1 tot 2 cm speling hebben. De achteruit moet net zonder kraken ingeschakeld kunnen worden. Dit afstellen gebeurt met het stripje boven het pedaal. Het zit met 2 en 6 boutjes vast. Houdt dit in de gaten omdat anders de drukgroep schade kan lijden.
18. Remolieniveau controleren. Olie moet om het jaar vervangen worden. Is het rempedaal sponzig dan moet ontlucht worden.
19. Handrem afstellen. Bij het type A en B vooraan bij de accubak en eventueel achter als ze ongelijk trekken. Bij schijfremmen (C) achter bij de kleine handremtrommels.
20. Beter is voor het afstellen van de handrem, eerst de trommelremmen af te stellen. Bij schijfremmen de dikte van de remblokjes controleren en zien of de zuigertjes nog goed terugkomen. Kijk ook even of de rubber afdichtingen nog onbeschadigd zijn. Doe achter de remblokjes een beetje kopervet, zodat vocht daar geen kwaad kan.
21. Speling op de bundbolzen controleren. Bij te veel speling de M17-moeren iets lossen, zodat je de bundbolzen met steeksleutel 14 iets vaster kunt zetten. Als ze vastzitten, een fractie losser zetten en dan met de M17 weer borgen.
22. Voorwiellagers smeren en afstellen. Er moet veel vet in het ashuis aanwezig zijn. Als de lagermoer strak zit ongeveer 1/8e slag lossen en dan weer borgen. Als de wielen vrij hangen even aan het wiel draaien om te horen of er geen slijtagegeluiden zijn. Beter een lager thuis vervangen dan onderweg.
23. Kijk het uitlaatsysteem ook even na. Zie je hier en daar zwarte strepen dan weet je dat er uitlaatgassen op de verkeerde plaat ontsnappen. Het kan de oorzaak zijn van knallen in de uitlaat bij afremmen; speciaal bij het afremmen op de motor in de bergen. Heel vervelend en storend.
24. Kijk het oliepeil van het stuurhuis na en vul indien nodig bij. Het liefst met versnellingsbakolie SAE90. Die olie is lekker dik en lekt niet zo gauw. Bij te veel speling of zwaar sturen naar een vakman gaan en laten repareren.
25. Vergeet de versnellingsbak niet. Het oliepeil is daar ook belangrijk. Kijk meteen even na of de rubber moffen om de aandrijfassen goed dicht zijn en of de achterwiellagers niet lekken.
26. Kijk even of alle elektrische functies ook echt functioneren en maak ook eens wat elektrische verbindingen schoon.
27. Het is natuurlijk nuttig als je al in een eerdere fase je accu heb teruggeplaatst.

Voor de APK

Verlichting: groot en dimlicht, parkeerlicht, remlicht, nummerplaatverlichting, knipperlichten voor en achter. Claxons, remmen, stuurspeling, speling op bundbolzen en voorwiellagers, stuuruitslag, d.w.z. het aanlopen van de banden tegen de carrosserie bij de uiterste wieluitslag. Vooral de wat bredere radiaalbanden neigen tot aanlopen, bij smalle diagonaalbanden valt dit wel mee.
Natuurlijk is dit verhaal niet compleet, dus graag hoor ik aanvullingen of verbeteringen.

Aandachtspunten algemeen onderhoud

- luchtfilter reinigen
- spanning/conditie V-snaar
- benzineleiding reinigen
- carburateurs afstellen
- onderbrekercontacten controleren
- timing afstellen
- kleppen afstellen
- compressie meten
- bougies controleren
- accu controleren
- alle elektrische aansluitingen controleren
- lagers voor controleren
- bundbolzen controleren
- stuurhuis en het sporen controleren
- bandenspanning
- remolie controleren
- toestand koppelingspedaal controleren
- speling koppelingspedaal controleren
- achteras en motor op lekkage controleren
- remschoenen en remblokjes
- verbindingsstangen carburateurs oliën